Hulpverlening bij noodsituaties?

Hoe verloopt de registratie van getroffenen tijdens noodsituaties?

Bij collectieve noodsituaties is de FOD Volksgezondheid verantwoordelijk voor de organisatie van de medische en psychosociale hulpverlening. Een van de taken is het opstellen van een lijst van alle personen die betrokken zijn bij het incident. Deze lijst wordt onder andere gebruikt om hulpverlening te sturen en verwanten die nog op zoek zijn naar vermisten te informeren. Daarnaast vormt de lijst een startpunt voor de organisatie van de hulpverlening tijdens de noodsituatie. Een correcte en volledige lijst van gewonden, niet-gewonden, gezochte personen, verwanten, overledenen die betrokken zijn bij de noodsituatie, is een belangrijke voorwaarde om degelijk hulp te verlenen tijdens het incident en in de nafase.

Psyschosociale Hulpverlening tijdens noodsituaties

Het Psychosociaal interventieplan (PSIP) is naast het Medisch interventieplan (MIP), het Plan voor Risicomanifestaties (PRIMA) en het Sanitaire interventieplan (SIP), een onderdeel van het monodisciplinair plan van de medisch- psychosociale discipline bij collectieve noodsituaties. Het plan activeert en coördineert de psychosociale hulpverlening zowel in de acute fase als in de opstart van de nafase van een ramp en dit voor alle getroffenen (gewond, niet-gewond, verwanten, hulpverleners, ….).

Psychosociale hulpverlening wordt gedefinieerd als alle ondersteuning en zorg gericht op het psychisch welbevinden en de gezondheid van getroffenen, zowel in de acute fase als in de nafase en zowel gericht op het collectief als op het individu. Op basis van de mogelijke reacties, behoeften en problemen van getroffenen kan psychosociale hulpverlening verder worden onderverdeeld in:

  • Basishulp (veiligheid, medische zorg, eten, drinken, medicatie, onderdak);
  • Informatie (over de gebeurtenis, de stand van zaken, het lot van dierbaren, mogelijke stressreacties, waar men terecht kan,…);
  • Emotionele en sociale steun (luisterend oor, betrokkenheid, erkenning);
  • Praktische hulp (administratie, juridisch advies, financieel,…);
  • Zorg bij gezondheidsklachten (preventie, signaleren, diagnose en behandeling);